snaai

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snaai    (hulp, bestand)
  • IPA: /snaj/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • snaai
Woordherkomst en -opbouw
  • zn: naamwoord van handeling van  snaaien ww  (zonder -en) [1]
  • ww:  snaaien ww  zonder de uitgang -en
enkelvoud meervoud
naamwoord snaai snaaien
verkleinwoord snaaitje snaaitjes

Zelfstandig naamwoord

desnaaim

  1. snelle greep om iets te verwerven
  2. voordeeltje
  3. te veroveren gouden bal bij het spel zwerkbal (Harry Potter)

Werkwoord

vervoeging van
snaaien

snaai

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snaaien
    • Ik snaai. 
  2. gebiedende wijs van snaaien
    • Snaai! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snaaien
    • Snaai je? 

Gangbaarheid

  • Het woord snaai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
57 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.