snorkelaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snorkelaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • snor·ke·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snorkelaar snorkelaars
verkleinwoord snorkelaartje snorkelaartjes

Zelfstandig naamwoord

desnorkelaarm

  1. iemand die aan het snorkelen is of dat veel doet.

Gangbaarheid

  • Het woord snorkelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.