snuffelend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  snuffelend    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • snuf·fe·lend

Werkwoord

vervoeging van: snuffelen
verbogen vorm: snuffelende

snuffelend

  1. onvoltooid deelwoord van snuffelen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen snuffelendsnuffelendersnuffelendst
verbogen snuffelendesnuffelenderesnuffelendste
partitief snuffelendssnuffelenders-

Bijvoeglijk naamwoord

snuffelend

  1. actief ruikend
    • In het vuistdikke Lloyds contract dat de snuffelende wijnboer moest ondertekenen, waren een aantal beperkende clausules opgenomen. Zo mocht Gort niet skiën, mocht hij niet optreden 'als assistent van een messenwerper' en was het hem verboden om zwanger te worden. [1] 
    • Het heet vandaag een midzomernacht te zijn, maar daar is bar weinig van te merken. Nee, dan de dame die de snuffelende snuit van het lastdier tussen haar dampende dijen begraaft. [2] 
  2. actief speurend; actief zoekend
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord snuffelend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.