sofa
Niet te verwarren met: sofà, sofá |
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sofa (hulp, bestand)
Woordafbreking
- so·fa
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bank’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1698 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sofa | sofa's |
verkleinwoord | sofaatje | sofaatjes |
Zelfstandig naamwoord
de sofa m
- (meubel) een gestoffeerde zitbank met een rugleuning
- Het kind had per ongeluk cola over de gloednieuwe sofa gegooid.
Vertalingen
1. een gestoffeerde zitbank met een rugleuning
Gangbaarheid
- Het woord sofa staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sofa" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "sofa" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Uitspraak
- Geluid: sofa (VS) (hulp, bestand)
Zelfstandig naamwoord
sofa
Frans
Uitspraak
- Geluid:
- IPA:
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
sofa | le sofa | sofas | les sofas |
Zelfstandig naamwoord
sofa m
IJslands
Uitspraak
- IPA: /ˈsɔːva/
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse sofa.
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd | voltooid deelwoord (supinum) | |
3e pers enk. | 1e pers mv. | ||
sofa | svaf | sváfum | sofið |
volledig |
Werkwoord
sofa
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈsufɑ /, / ˈsuːfɑ /
Woordafbreking
- so·fa
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig uit het Arabisch
Naar frequentie | 8853 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | sofa | sofaen | sofaer | sofaene |
genitief | sofas | sofaens | sofas | sofaenes |
Zelfstandig naamwoord
sofa, m
Hyperoniemen
- møbel
- sittemøbel
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / ˈsufɑ /, / ˈsuːfɑ /
Woordafbreking
- so·fa
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig uit het Arabisch
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | sofa | sofaen | sofaar sofaer |
sofaane sofaene |
Zelfstandig naamwoord
sofa, m
Hyperoniemen
- møbel
Afgeleide begrippen
- sovesofa
Oudnoords
Werkwoord
sofa
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.