solitair

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  solitair    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • so·li·tair
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘eenzaam’ voor het eerst aangetroffen in 1650 [1]
  • afgeleid van het Franse solitaire met het achtervoegsel -air [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord solitair solitairen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

desolitairm

  1. eenling
  2. (biologie) alleen levend dier van een diersoort die in principe in kolonies leven
Verwante begrippen
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen solitairsolitairdersolitairst
verbogen solitairesolitairderesolitairste
partitief solitairssolitairders-

Bijvoeglijk naamwoord

solitair [3]

  1. alleen levend
Afgeleide begrippen
  • solitairspel, solitarisme
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord solitair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.