sorbet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sorbet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sor·bet
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘ijsdrank’ voor het eerst aangetroffen in 1669 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord sorbet sorbets
verkleinwoord sorbetje sorbetjes

Zelfstandig naamwoord

desorbetm

  1. een ijsgerecht waarbij allerlei vruchtensappen of siropen over fijngemalen ijs (bevroren water) worden gegoten
    • Traditioneel wordt in de Franse keuken sorbet gegeten tussen het voorgerecht en het hoofdgerecht, om de smaak in de mond te neutraliseren; tegenwoordig echter ook daar veelal als nagerecht. 

Gangbaarheid

  • Het woord sorbet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.