speecher

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  speecher    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spee·cher
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord speecher
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

despeecherm

  1. iemand die redevoeringen houdt
     En terwijl zijn oudere broer bekend stond als een lange speecher, moet Raúl blijkbaar niet onderdoen. Ondanks zijn gevorderde leeftijd sprak hij heel precies, waarbij vaak Fidel en verwijzingen naar de revolutie aan bod kwamen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'speecher' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
75 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Wle
    “Reynders praat 3,5 uur met Castro” (31/05/2016), De Standaard
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.