speelklaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  speelklaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • speel·klaar
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen speelklaarspeelklaarderspeelklaarst
verbogen speelklarespeelklaarderespeelklaarste
partitief speelklaarsspeelklaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

speelklaar

  1. gereed om in een wedstrijd gebruikt te worden
     De afgelopen maanden zijn dan ook vooral gebruikt om de competitie op afstand speelklaar te krijgen. In de nieuwe opzet nemen spelers het vanuit huis tegen elkaar op, terwijl commentatoren in een studio live commentaar geven.[1]
     Het was lastig speelklaar te geraken voor de Nations League-wedstrijd tegen Oranje, zegt Gareth Bale. Vermoeidheid na een lang seizoen en het feestje na het behalen van het WK in Qatar speelden mee.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord speelklaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Ook digitaal rolt de bal weer: eDivisie na maanden weer van start” (Dinsdag 17 november 2020), NOS
  2. Weblink bron “Wales-captain Bale ziet Oranje als goede test: 'Hier leren we van richting WK'” (Woensdag 8 juni 2022), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.