speelt gelijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  speelt gelijk    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈspelt ɣəˈlɛik/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • speelt ge·lijk
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
gelijkspelen

speelt (…) gelijk

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijkspelen
    • Jij speelt gelijk. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijkspelen
    • Hij speelt gelijk. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gelijkspelen
    • Speelt gelijk! 

Gangbaarheid

  • Het woord speelt gelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.