spetten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spetten    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈspɛtə(n)/
Woordafbreking
  • spet·ten
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
spetten
spette
gespet
zwak -t volledig

Werkwoord

spetten

  1. ergatief in kleine druppeltjes neervallen of uit elkaar bewegen
    • De regen spet op mijn balkon. 
  2. inergatief kleine druppeltjes uit elkaar laten vliegen
    • Goede boter spet bij het braden minder. 
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen

Zelfstandig naamwoord

despettenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spet

Werkwoord

vervoeging van
spetten

spetten

  1. meervoud verleden tijd van spetten
    • Wij spetten. 
    • Jullie spetten. 
    • Zij spetten. 

Gangbaarheid

  • Het woord spetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
63 %van de Nederlanders;
53 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.