spetteren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spetteren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spet·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘in kleine deeltjes wegspringen’ voor het eerst aangetroffen in 1881 [1]
  • frequentatief gevormd uit spetten of spatten met het achtervoegsel -er
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
spetteren
spetterde
gespetterd
zwak -d volledig

Werkwoord

spetteren

  1. overgankelijk druppels doen rondvliegen
    • Als deel van het voodooritueel spetterde hij kippenbloed over het altaar. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord spetteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.