spiking
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: spiking (hulp, bestand)
- IPA: / ˈspɑjkɪŋ / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- spi·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spiking | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de spiking v / m, het spiking o
- overgankelijk stiekeme toediening van drugs met de bedoeling misbruik te maken van de roes die iemand daarvan krijgt, bijvoorbeeld door verkrachting van iemand die zich daardoor niet meer verzet
- ▸ Hoewel er ook bij de Nederlandse politie gevallen bekend zijn van spiking met ghb, zijn er geen exacte cijfers beschikbaar. Drogering wordt niet als los delict geregistreerd.[1]
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord spiking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Floor Bouma“Voor je eigen veiligheid in dikke broek naar Britse club” (29 oktober 2021) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.