spionage

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spionage    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spi·o·na·ge
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘het bespieden’ voor het eerst aangetroffen in 1886 [1]
  • Naamwoord van handeling van spioneren met het achtervoegsel -age [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord spionage -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

despionagev

  1. de handeling van het spioneren
    • Het bedrijf liet spionage uitvoeren. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spionage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.