spoedig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spoedig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spoe·dig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘binnen korte tijd, binnenkort’ voor het eerst aangetroffen in 1637 [1]
  • Afgeleid van spoed met het achtervoegsel -ig.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen spoedigspoedigerspoedigst
verbogen spoedigespoedigerespoedigste
partitief spoedigsspoedigers-

Bijvoeglijk naamwoord

spoedig

  1. snel voltooid
    • Ik wenste hem een spoedig herstel. 
Vertalingen

Bijwoord

spoedig

  1. binnen een kort tijdsbestek
    • Uw bestelling zal zo spoedig mogelijk opgestuurd worden. 
Synoniemen
Typische woordcombinaties

Ten spoedigste.

  • Zo spoedig mogelijk.
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord spoedig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.