spoelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spoelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spoe·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘afwassen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1270 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
spoelen
spoelde
gespoeld
zwak -d volledig

Werkwoord

spoelen

  1. blootstellen aan stromend water
  2. tot een spoel winden
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

despoelenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spoel

Gangbaarheid

  • Het woord spoelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.