spoeler

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  spoeler    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • spoe·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spoeler spoelers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

despoelerm [2]

  1. (beroep) iemand die spoelt
    1. (textielindustrie) iemand die een garenspoelmachine bedient
    2. (horeca) iemand die vaat afspoelt
  2. apparaat waarmee wordt gespoeld
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord spoeler staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.