sportbeoefening

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sportbeoefening    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sport·be·oe·fe·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sportbeoefening sportbeoefeningen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

desportbeoefeningv

  1. het doen van sport
    • Het bos was zo aangelegd dat verschillende vomen van vrijetijdsbeoefening en sportbeoefening veilig naast elkaar gedaan konden worden. 

Gangbaarheid

  • Het woord sportbeoefening staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.