spouse

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  spouse (US)    (hulp, bestand)
  • IPA: /spaʊs/
enkelvoud meervoud
spouse spouses

Zelfstandig naamwoord

spouse

  1. (familie) huwelijkspartner
    «My spouse was born in the United States.»
    Mijn huwelijkspartner is geboren in de Verenigde Staten.
Hyponiemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.