wife

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  wife (US)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
wife wives

Zelfstandig naamwoord

wife

  1. echtgenote, vrouw
    «He is loved and missed by his devoted wife, his children, grandchildren and great grandchildren.»
    Hij wordt geliefd en gemist door zijn toegewijde vrouw, zijn kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.