springer

Niet te verwarren met: Springer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  springer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sprin·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord springer springers
verkleinwoord springertje springertjes

Zelfstandig naamwoord

despringerm

  1. iemand die of dier dat springt
  2. verspringend beeld in een film
  3. (muziek) de door de toets bediende verticale constructie in een klavecimbel en een spinet
  4. strandvlo Talitrus saltator  een vlokreeftje uit de familie Talitridae
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • springersknie

Gangbaarheid

  • Het woord springer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Deens

Woordafbreking
  • sprin·ger

Werkwoord

springer

  1. tegenwoordige tijd van springe
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.