spui
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: spui (hulp, bestand)
- IPA: /spʌy/
Woordafbreking
- spui
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spui | spuien |
verkleinwoord | spuitje | spuitjes |
Zelfstandig naamwoord
het spui o
- uitlaat of sluis voor de verwijdering van overtollig water
Werkwoord
vervoeging van |
---|
spuien |
spui
Gangbaarheid
- Het woord spui staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spui" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.