squat
Engels
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /skwɒt/ (VK), /skwɑt/ (VS)
Woordherkomst en -opbouw
- Uit Middelengels squatten, ontleend aan Oudfrans esquatir, escatir “samendrukken”, “indrukken”. [1]
Bijvoeglijk naamwoord
squat
Zelfstandig naamwoord
squat
- gehurkte positie
- (spreektaal) kraakpand
- (jachttaal) verborgen rustplek voor hazen
- (sport) kniebuiging (als sportbeoefening)
- (mijnbouw) dunne ertslaag, goudader
- (informeel) hurktoilet
- (informeel) noppes, niks
- (informeel) (VS) in take, pop a ~: poep
Werkwoord
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron squat in: Oxford Etymological Dictionary, second edition (1989) op oed.com
Frans
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /skwat/
Woordherkomst en -opbouw
- Ontleend aan Engels squat.
Zelfstandig naamwoord
squat m
- (spreektaal) kraakpand [1]
- (spreektaal) hangplek [1]
- (sport) kniebuiging (als sportbeoefening)
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.