stapelgek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stapelgek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sta·pel·gek
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen stapelgek
verbogen stapelgekke
partitief stapelgeks

Bijvoeglijk naamwoord

stapelgek [3]

  1. (informeel) helemaal gestoord, zwaar krankzinnig
    • Die vent is stapelgek. 
  2. ~op (informeel), dol op
    • Ik ben stapelgek op dixieland. 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord stapelgek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.