stayer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stayer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stay·er
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘wielrenner op de lange baan achter gangmaker’ voor het eerst aangetroffen in 1897 [1]
  • naamwoord van handeling van stayeren
  • van het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord stayer stayers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

destayerm

  1. gangmaker tijdens een wielerwedstrijd op de baan
    • Het is van het grootste belang dat de stayer een hoog en gelijkmatig tempo rijdt dat de wielrenner kan bijhouden. 
  2. een schaatser die goed is op de lange afstand
    • De 10.000 meter is echt de afstand voor de stayers. 

Gangbaarheid

  • Het woord stayer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
61 %van de Nederlanders;
40 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.