stemloos
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stemloos (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stem·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | stemloos | stemlozer | stemloost |
verbogen | stemloze | stemlozere | stemlooste |
partitief | stemloos | stemlozers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
stemloos
- zonder stem
- De stemloze zangeres moest haar optreden afzeggen.
- (taalkunde) zonder dat de stembanden meetrillen
- De f,h,k,p,s en ch zijn stemloze medeklinkers.
Synoniemen
- [1] hees, afonisch
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord stemloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stemloos" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.