sterilisatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sterilisatie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌsteriliˈza(t)si/ (5 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˌsterəliˈzatsi/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌsteriliˈzasi/
Woordafbreking
  • ste·ri·li·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vrijmaking van ziektekiemen’ voor het eerst aangetroffen in 1915 [1]
  • Naamwoord van handeling van steriliseren met het achtervoegsel -atie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord sterilisatie sterilisaties
verkleinwoord sterilisatietje sterilisatietjes

Zelfstandig naamwoord

desterilisatiev

  1. (medisch) een handeling waarmee alle ziektekiemen worden gedood
  2. (medisch) het onvruchtbaar maken, onvruchtbaarmaking
Hyponiemen
  • priksterilisatie
Afgeleide begrippen
  • sterilisatietechniek, sterilisatiewet
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord sterilisatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.