steven
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: steven (hulp, bestand)
- IPA: /ˈsteːvə(n)/
Woordafbreking
- ste·ven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | steven | stevens |
verkleinwoord | steventje | steventjes |
Zelfstandig naamwoord
de steven m
- (scheepvaart) voor- of achterstuk van een schip; de ~ wenden een andere koers inslaan.
- (scheepvaart) langsscheeps constructiedeel, dat een voortzetting vormt van de kielbalk.
Verwante begrippen
Hyponiemen
- achtersteven, bulbsteven, kromsteven, ramsteven, roersteven, schroefsteven, versteven, voorsteven
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stijven |
steven
- meervoud verleden tijd van stijven
- Wij steven.
- Jullie steven.
- Zij steven.
- Wij steven.
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stevenen |
steven
Gangbaarheid
- Het woord steven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "steven" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "steven" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ steven op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.