stroefheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  stroefheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • stroef·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stroefheid stroefheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

destroefheidv

  1. de mate waarin iemand minder vlot is
     Ik probeerde de stroefheid met koude wodka's te bestrijden, maar mijn spraak bleef op slot.[2]
  2. de mate waarin iets minder glad is
     Met het nieuwe asfalt zal Zandvoort een stukje sneller worden. "De stroefheid van dit mengsel is veel hoger dan het oude mengsel, waardoor ze eerder moesten remmen. Dat is nu niet meer nodig. Ze kunnen twee seconden extra snelheid halen op de baan", zegt Bertram van den Brink, de technisch manager die de klus uitvoert.[3]
Synoniemen
Antoniemen
    Vertalingen

    Gangbaarheid

    • Het woord stroefheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

    Verwijzingen

    1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
    2. “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
    3. Weblink bron “Circuit Zandvoort in recordtijd op de schop” (15-03-2017), NOS
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.