structureren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  structureren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • struc·tu·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
structureren
structureerde
gestructureerd
zwak -d volledig

Werkwoord

structureren [2]

  1. overgankelijk een structuur geven
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord structureren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.