struif

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  struif    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • struif
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘omelet’ voor het eerst aangetroffen in 1460 [1] [2] [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord struif struiven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

destruifv/m

  1. de vloeibare inhoud van eieren, eierstruif
  2. met behulp van dit product vervaardigde omelet of pannenkoek
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • struifkoek, struifpan
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord struif staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.