stuik
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: stuik (hulp, bestand)
Woordafbreking
- stuik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stuik | stuiken |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de stuik m
- einde van balken of planken voor een lasverbinding
- geheel van graanschoven die tegen elkaar geplaatst zijn
Afgeleide begrippen
- stuiken, stuiklas
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stuiken |
stuik
Gangbaarheid
- Het woord stuik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stuik" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.