suka

Indonesisch

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈsuka/
Woordafbreking
  • su·ka
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

suka

  1. blij, opgewekt, verheugd
  2. graag, met goedkeuring, met instemming
  3. gemakkelijk, vlot, gauw
  4. geregeld, vaak

Werkwoord

suka

  1. houden van, lusten
  2. bereid zijn, willen
  3. geneigd zijn om, plegen

Lets

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

suka v

  1. borstel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.