superrijke

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  superrijke    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsypəˌrɛikə/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • su·per·rij·ke
Woordherkomst en -opbouw
  • zn: afgeleid van  superrijk bn  met het achtervoegsel -e, op te vatten als intensiverende afleiding van  rijke zn  met het voorvoegsel super-
  • bn:  superrijk bn  met de uitgang -e
enkelvoud meervoud
naamwoord superrijke superrijken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

desuperrijkev/m

  1. iemand die heel rijk is (eerder een miljardair dan een miljonair)
    • De vijftienhonderd bewoners van het eilandje Mustique hebben hun levenstaak gemaakt van het verzorgen van Mick Jagger, Tommy Hilfiger, Bryan Adams en andere superrijken die hier op dit privéstukje wereld in hun megavilla's bij elkaar zijn gekropen. [1] 
    • Gekeken naar het aandeel van de rijkste 0,1 procent van de bevolking in het totale vermogen, de zogeheten ‘superrijken’, is ook daar een daling zichtbaar. De rijkste 7.500 huishoudens bezaten samen 117 miljard euro. Op een totaal vermogen van 1.061 miljard euro is dat zo’n 11 procent, net iets minder dan in 2014. Overigens groeide van zowel de rijkste 1 en de rijkste 0,1 procent van de Nederlanders in absolute zin het vermogen wel.[2]  

Bijvoeglijk naamwoord

superrijke

  1. verbogen vorm van de stellende trap van superrijk

Gangbaarheid

  • Het woord superrijke staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Zwagerman, Marianne
    Leven als Jarmund ISBN 978-90-214-5595-2 pagina 27
  2. NRC Jorg Leijten 22 april 2017
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.