superverspreider

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  superverspreider    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsypərvərˌsprɛidər/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • su·per·ver·sprei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord superverspreider superverspreiders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

desuperverspreiderm

  1. (medisch) iemand door wiens gedrag een ziekteverwekker breed in de samenleving verspreidt raakt, waardoor vele mensen ziek worden
    • De superverspreider maakte dat driekwart van alle besmette mensen in het land tot één bron te herleiden zijn. 
     Ongeveer de helft van de ziektegevallen in Zuid-Korea is te linken aan die kerk. Een vrouw van 61 speelde daarbij waarschijnlijk als superverspreider van het virus een cruciale rol.[1]
Synoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'superverspreider' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Garrie van Pinxteren
    “61-jarige kerkganger in Zuid-Korea waarschijnlijk superverspreider van het coronavirus” (3 maart 2020) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.