supinum
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: supinum (hulp, bestand)
- IPA: / syˈpinʏm / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- su·pi·num
Woordherkomst en -opbouw
- van Latijn verbum supinum
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | supinum | supina |
verkleinwoord | supinumpje | supinumpjes |
Zelfstandig naamwoord
het supinum o
Gangbaarheid
- Het woord 'supinum' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Zweeds
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: / sɵpˈiːnˌɵm /
Woordafbreking
- su·pi·num
Woordherkomst en -opbouw
- Ontleend aan de Laatlatijnse bijvoeglijknaamwoordsvorm supinum [van supinus, -a, -um], dat van het Latijnse werkwoord supinare [=achteroverleunen] komt
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
supinums | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | supinum | supinum supinumet |
supiner | supinerna |
genitief | supinums | supinums supinumets |
supiners | supinernas |
Zelfstandig naamwoord
supinum, o
- (grammatica) supinum, een werkwoordsvorm die in het Zweeds eindigt met "t" en samen staat met "har" of "hade"
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Zelfstandig naamwoord
supinum
- nominatief bepaald onzijdig enkelvoud van supinum
Schrijfwijzen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.