syntagma

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  syntagma    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • syn·tag·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord syntagma syntagma's
syntagmata
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetsyntagmao

  1. (taalkunde) een betekenisvolle opeenvolging van woorden in de vorm van een zinsdeel of hele zin
    • Tussen het kledingstuk of de haarlok en de vijand bestaat een relatie die te vergelijken is met die welke voorkomt tussen de woorden in een syntagma: zij horen bij elkaar, bevinden zich in elkaars nabijheid.[2] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord syntagma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
30 %van de Nederlanders;
29 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.