tâter
Frans
Uitspraak
- Geluid: tâter (hulp, bestand)
- IPA: /tɑ.te/
Woordherkomst en -opbouw
- Uit het Oudfrans taster 'bevoelen, op de tast verkennen', ontleend aan het Volkslatijn tastare, tastō (Laat-Latijn taxō 'telkens aanraken').
Werkwoord
tâter
- bevoelen, aftasten, peilen
- (spreektaal) (figuurlijk) zich even bezighouden met, snuffelen aan
- «Il a tâté de la cabane.»
- Hij heeft in de bak gezeten (letterlijk: geproefd van de bak). [1]
- «Il a tâté de la cabane.»
Afgeleide begrippen
Verwijzingen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.