tabasco

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tabasco    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ta·bas·co
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘kruiderij’ voor het eerst aangetroffen in 1976 [1]
  • uit het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord tabasco
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

detabascom

  1. hete saus van chilipepers Capsicum frutescens var. tabasco , azijn en zout
    • Ik had de tijd nog meegemaakt dat de ober op de uitserveertafel het vlees mengde met olie, mosterd, mayo, ui, kappers, tabasco en worcester. Met zijn vork stond hij de smurrie geroutineerd te kloppen, soms omkijkend om te vragen of meneer de steak pikant wenste of mild. Meneer wenste hem altijd zo spicy mogelijk en dronk er graag een gekoelde brouilly of rode sancerre bij. [3] 
    • 'Jonny, je moet wel nuchter blijven voor als je straks moet rijden, dus wat zou je zeggen van een tomatensap met tabasco als versterkingshartje? [4] 
    • Drie druppels tabasco in de spaghetti. Dat vertrouwde shampoomerk. Ons vaste plekje op het perron. Tot op zekere hoogte zijn we allemaal gewoontedieren. Dat is maar goed ook, want routine maakt ons gelukkig. Negen redenen om niet alles in het leven spannend te maken.[5] 
    • Stap 4: Maak de mayonaise op smaak met zout en peper en geef er eventueel een eigen twist aan door tabasco of chilisaus toe te voegen.[6] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tabasco staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.