tacka

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid:  tacka    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ta·cka

Zelfstandig naamwoord

tacka g

  1. ooi
Verbuiging
tackas enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     tacka     tackan     tackor     tackorna  
  genitief     tackas     tackans     tackors     tackornas  
stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
tacka
tackade
tackat
volledig

Werkwoord

tacka

  1. danken
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.