tangan

Indonesisch

Woordafbreking
  • ta·ngan

Zelfstandig naamwoord

tangan

  1. (anatomie) hand, onderarm
  2. iets wat naar vorm of werking op een hand of arm lijkt
    «tangan baju»
    mouw
  3. (figuurlijk) in handen van, greep, macht
    «Kekuasaan pemerintahan negara ada di tangan rakyat.»
    De macht over het landsbestuur is in handen van het volk.
Synoniemen
  • [3] pengaruh
Afgeleide begrippen
  • bertangan, menangani, tanganan, tangan-menangan, tangan-tangan, tertangani
  • saputangan, setangan
  • tangan berulas, tangan kanan
  • jabat tangan, pindah tangan, sambung tangan, tanda tangan


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
tangar

tangan

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van tangar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.