temmer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  temmer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tem·mer
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van temmen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord temmer temmers
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

detemmerm

  1. (beroep) iemand die (meestal dieren) temt
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord temmer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.