terminar

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /teɾ.mi.ˈnaɾ/
Woordafbreking
  • ter·mi·nar

Werkwoord

terminar

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terminar
terminaba
terminado
volledig
  1. onovergankelijk eindigen, ophouden
  2. het uit maken, uit elkaar gaan
  3. overgankelijk beëindigen, voltooien
  4. opmaken, opeten, opdrinken
Verwante begrippen
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.