terroriseren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  terroriseren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ter·ro·ri·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘terreur uitoefenen’ voor het eerst aangetroffen in 1865 [1]
  • afgeleid van het Franse terroriser (met het achtervoegsel -iseren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terroriseren
terroriseerde
geterroriseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

terroriseren

  1. overgankelijk in de greep van angst houden, terreur uitoefenen
    • De groep jongeren terroriseert de buurt al enige tijd. 
    • Milities terroriseren de lokale bevolking. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord terroriseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.