terugbrengen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  terugbrengen    (hulp, bestand)
  • IPA: /təˈrʏxbrɛŋə(n)/
Woordafbreking
  • te·rug·bren·gen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terugbrengen
bracht terug
teruggebracht
zwak -cht volledig

Werkwoord

terugbrengen

  1. overgankelijk naar het punt van vertrek brengen
    • Het is bijna zeven uur, wordt het niet eens tijd je moeder terug te brengen? 
  2. overgankelijk naar de eigenaar brengen
    • Zou jij de sleutels naar de verhuurder terug kunnen brengen? 
  3. overgankelijk een eerdere of lagere toestand herstellen
    • Dat bracht de stand terug tot een gelijkspel. 
Afgeleide begrippen
  • terugbrenging
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord terugbrengen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.