terughoudendheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: terughoudendheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- te·rug·hou·dend·heid
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van terughoudend met het achtervoegsel -heid[1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | terughoudendheid | - |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de terughoudendheid v
- het terughoudend zijn
- ▸ "We moeten nadenken over hoe we met die publieke ruimte willen omgaan. Vroeger lag de nadruk op terughoudendheid, gereserveerdheid. Men was wel van een kerk of een levensopvatting, maar er was een soort afspraak om het private en de overtuiging niet al te sterk aanwezig te laten zijn in de publieke ruimte. Zo bleef de publieke ruimte een neutrale, betrekkelijk veilige sfeer."[2]
Vertalingen
1.
|
|
Gangbaarheid
- Het woord terughoudendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Verhardt het politieke klimaat? En zo ja, wat doe je ertegen?” (17-06-2016), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.