terugkijken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  terugkijken    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • te·rug·kij·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terugkijken
keek terug
teruggekeken
klasse 1 volledig

Werkwoord

terugkijken

  1. inergatief een blik werpen in achterwaartse richting
    • Toen hij terugkeek naar de andere oever zag hij een vlucht steltlopers overvliegen. 

Gangbaarheid

  • Het woord terugkijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.