teruglezen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  teruglezen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • te·rug·le·zen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

teruglezen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
teruglezen
las terug
teruggelezen
klasse 5 volledig
  1. door lezen iets opnieuw tot je nemen; opnieuw lezen
    • Als je het niet meer precies weet kun je het in de de notulen teruglezen. 
     Je kunt het liveblog van dag 2 van de Algemene Politieke Beschouwingen hier teruglezen.[1]
     Op de website nos.nl/75jaarbevrijding worden nog tot en met woensdag 2 september nieuwe verhalen geplaatst. Je kunt er alle artikelen van het afgelopen jaar ook teruglezen.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord teruglezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Corona centraal tijdens Beschouwingen: 'We zullen lastige keuzes moeten maken'” (VR 18 SEPTEMBER 2020), NOS
  2. Weblink bron “Bevrijdingsproject zit er (bijna) op: 'De meeste verhalen kende ik niet'” (ZO 30 AUGUSTUS 2020), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.