tienden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tienden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtində(n)/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • tien·den
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

detiendenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tiende

Zelfstandig naamwoord

detiendenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tiend

Gangbaarheid

  • Het woord tienden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
tender

tienden

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van tender
vervoeging van
tenderse

tienden

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van tenderse
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.