tirar

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tiro tirava tirat
1e vervoeging volledig

Werkwoord

tirar

  1. gooien, werpen
  2. vuren, schieten
Synoniemen


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • ti·rar

Werkwoord

tirar

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tirar
tiraba
tirado
volledig
  1. onovergankelijk schieten op
  2. trekken aan
  3. trekken
  4. trekken op, lijken op
  5. overgankelijk gooien, werpen, vergooien, weggooien, smijten
  6. aantrekken, lokken
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.