toelage
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: toelage (hulp, bestand)
Woordafbreking
- toe·la·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | toelage | toelagen toelages |
verkleinwoord | toelagetje | toelagetjes |
Zelfstandig naamwoord
de toelage v / m
- een regelmatig betaalde extra som geld die iemand toegewezen krijgt
- Hij kreeg wegens zijn uitzonderlijke omstandigheid enige tijd een toelage.
Hyponiemen
- gezinstoelage, kledingtoelage, schooltoelage, studietoelage, werkingstoelage
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
|
Gangbaarheid
- Het woord toelage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "toelage" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ toelage op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.